De zweethut. Heb ik daar niet al genoeg over geschreven? Ik vind van niet. Dus ga ik nog even door. Op zaterdag mocht ik weer firekeepen bij Eaglelodges in het Horsterwold. We stonden met drie mensen op de planning, maar we hadden er twee extra. Waaronder de vrouw met de leukste lach van heel Nederland.
Normaal gesproken regent het zonnestralen op het Horsterwold. Dat is best bijzonder, op de één of andere manier schijnt de zon verbazingwekkend vaak op de zweethutdagen. Maar vandaag regende het pijpenstelen. Het water kwam met bakken uit de lucht.
De eerste zweethut van de dag werden de lachende vrouw en ik door de watergieter meegevraagd om de ceremonie in de hut te helpen dragen. Ik was blij verrast, want ik had niet gedacht vandaag te mogen zweten anders dan buiten de hut bij het vuur.
Ik zat net naast de plek tegenover de deur op de binnenring. Degene die precies tegenover de opening zat, ging opeens op de buitenring zitten en ik nam haar plek in. Tegenover de deur wordt het het heetst, en er kan heling plaatsvinden. Het zal wel de bedoeling zijn geweest.
De eerste twee gietrondes, die van het oosten en het zuiden, waren goed te doen qua hitte. Vlak voor de ronde van het westen, de plek waar ik zat, vroeg de watergieter nieuwe stenen. Vijfendertig, als ik het me goed herinner. Het westen staat in de Lakota-traditie voor de “thunderpeople”. Het moment dat de dag overgaat in de nacht. Het wordt donker, het kan stormen. Door de extra hitte van de nieuwe stenen stormde het ook in de hut. Normaal gesproken ga ik deze ronde op kracht aan. Nu besloot ik het anders te doen. Ik liet de donkere deken van de nacht als een warme gloed over me heen komen. En ik liet me door de watergieter even lekker instoppen.
Het werd een mooie ervaring. Andere keren was ik die donkere deken op wilskracht van me af aan het schoppen. Dat lukt altijd wel door de energie die de stenen me geven. Maar daardoor kom ik regelmatig overprikkeld de hut uit. Doordat ik nu niet worstelde met die donkere deken, die zware zwarte gedachten, trad er ontspanning op. Nadat de deur van de zweethut weer open ging, deelde ik dat ik het heerlijk had gevonden om onder de deken van donkerte te liggen, omdat het totaal geen energie kostte. Ik stapte voor het eerst ontspannen de hut uit.
Echt jongens, die zweethut. Het blijft me verbazen. Het regent elke keer weer inzichten en levenslessen. Want die donkerte, ik ben er al zo lang voor weggerend. Cursus hier, therapie daar. Niks helpt echt, behalve het er te laten zijn. Dat wist ik verstandelijk natuurlijk al wel door mindfulness. Ik weet dat het vechten tegen donkere gedachten meer energie kost dan de donkere gedachten zelf. Maar in zo’n zweethut kun je het ook echt voelen.
Je zou bijna denken dat ik aandelen zweethut heb. Maar dat is niet zo. Zweethutervaringen zijn onbetaalbaar, ze zijn oneindig rijk. Daar kan geen geld tegenop.