Zaterdagmiddag. Ik kreeg een bericht van Iris. Of ik zin had in iets leuks en spannends. Dat had ik wel. Het ging om een zweethut in Rotterdam. Georganiseerd door ‘Koude duik 010’, een groep koudwaterdippers die zin had om op te warmen in een zweethut na een frisse plons.
Ik had de auto geparkeerd en zag hele hippe mensen in galakleding, op weg naar een feest. Een groot contrast met de groep waar ik me over een kwartier in zou gaan mengen.
Ze hadden zelf een zweethut gebouwd en hadden Iris gevraagd of ze wilde watergieten. Peter en ik hoedden het vuur, we werden geassisteerd door de fijne groep mensen. Ik voelde me meteen welkom en de mensen lieten blijken dat ze het zeer op prijs stelden dat we hen kwamen helpen met hun plan: een zweethut met volle maan. Normaal doen ze een kampvuur met volle maan, nu wilden ze een zweethutceremonie ondergaan. Sommigen van hen waren al eens bij Eaglelodges geweest, en waren geïnteresseerd.
Toen de stenen op het vuur lagen en de vlammen in volle glorie door de duisternis wapperden, had ik telkens het gevoel dat de politie binnen een half uur op de stoep zou staan. Want ja, zomaar een vuurtje maken mag natuurlijk niet van oom agent. Maar de organisatoren waren slim geweest en hadden dranghekken met zwarte bekleding voor het vuur gezet, waardoor het vanaf de stad minder zichtbaar was.
Het was qua materialen soms wat improviseren, maar dat is logisch als je het gespreide bed van Eaglelodges gewend bent. De rieken om de stenen mee uit het vuur te halen waren bijvoorbeeld erg kort waardoor je heel dicht op het vuur stond en het loeiheet was, je voelde je wenkbrauwen wegschroeien. En er was geen goede borstelplaats voor de stenen. Maar goed, het mocht de pret niet drukken, mijn kernwaarde avontuur werd geprikkeld.
Firekeepen met de lichtjes van de skyline van Rotterdam op de achtergrond was toch wel heel bijzonder. Op mijn persoonlijke lijst van zweethutervaringen scoorde dit hoog. Ik bleef afwisselend in het vuur en naar de verlichte achtergrond staren.
De put van de hut zat vol met stenen, voor de laatste twee gietrondes werden wij als firekeepers door Iris naar binnen gevraagd om met z’n allen de ceremonie in de zweethut af te sluiten. De ronde van het noorden moest nog gegoten worden. Iris vertelde over de betekenis van het noorden, wat bij mij bleef hangen is dat het noorden staat voor rust. Als je moe bent en je moet rusten, weet je dan gedragen door moeder aarde, pachamama. Rust, precies waar het dit jaar voor mij over mag gaan. Je zit nooit voor niets in een zweethut. We zongen samen een lied: ‘Pachamama, I’m coming home, to the place, where I belong.’