We wandelden door het Berg en Broekpark, ik keek een vistrap na terwijl mijn vermoeide benen traag voortbewogen. Het was druk in het park. Veel fietsers. Kinderwagens voortgeduwd door blije ouders. Op bankjes zaten stiekem rokende pubermeisjes.
Ik liep samen met mijn kleine grote schoonmaakvriendin. Klein van stuk, groot van hart. Ze heeft reuma. Op het moment dat ik vorig jaar september bij haar binnenstapte om haar huis schoon te maken wist ik het al. Deze dame blijft nog wel een tijdje in mijn leven. Ze praat geen onzin. En de naastenliefde twinkelt in haar ogen. Oordeelloos is ze ook, voor zover wij mensen dat kunnen zijn. Ze vindt niet zo snel ergens iets van. De pensioengerechtigde leeftijd heeft ze inmiddels bereikt, ze zou mijn moeder kunnen zijn. En toch zijn we vriendjes geworden. Zo zie je maar, leeftijd zegt niet zoveel. Het is veel belangrijker dat vrienden je laten groeien als mens.
Waarschijnlijk klikken we goed omdat ze ook schrijver is. Binnenkort brengt ze een boek uit. Net als ik. Ze is al wat stappen verder. Haar teksten zijn gereed en samen met een vormgever heeft ze de lay-out al helemaal klaargemaakt. In november wordt het gedrukt. Ze had al een proefdruk liggen. Het zag er prachtig uit. Ik koop sowieso een exemplaar.
We hadden het over de toekomst. Allebei staan we aan de vooravond van grote levenskeuzes. Onze thema’s zijn vergelijkbaar. We onderzoeken beiden alternatieve vormen van levensinvulling. Deze keuzes hebben gevolgen voor onze huidige levens. Spannend dus. Ik vertelde dat ik niet wil dat de keuze die ik maak een vlucht is, of voelt als een vlucht.
“Maar Ruud, is het erg om te vluchten? Een vlucht kan ook een hele goede stap zijn uit een onprettige situatie. Misschien is het een vlucht, maar daardoor krijgt je hart wel lucht.” Ik was er even stil van. Ik had er geen antwoord op. Nu ik thuis dit stukje zit te typen, beginnen de woorden mijn hersenen binnen te druppelen. Best wel wijze woorden eigenlijk. Fijn, zo’n schoonmaakvriendin.