Van drie tot en met vijf april zouden we eigenlijk een Nature Quest hebben van 365 Dagen Succesvol. Drie dagen in de natuur zitten zonder eten en spullen. Om antwoord krijgen op de vraag: wie ben ik als ik niets meer heb? Door corona ging dat even niet door. Dus ik besloot iets anders te verzinnen. Mijn mantra is niet voor niets: ik ben een oneindig rijke kunstenaar. Ik ben dus voldoende creatief voor een alternatief: een Vipassana meditatie thuisretraite.
Het dagschema was als volgt:
05.38: Wekker
06.00: Zitmeditatie
07.00: ochtendwandeling en yoga
08.00: ontbijt
09.00: zitmeditatie
10.00: loopmeditatie
11.00: zitmeditatie
12.00: loopmeditatie
13.00: middageten
14.00: rusten en wandelen
15.00: zitmeditatie
16.00: loopmeditatie
17.00: zitmeditatie
18.00: loopmeditatie
19.00: thee en avondwandeling
20.00: Dhamma-talk kijken op Youtube en zoommeeting met de andere deelnemers
21.00: zitmeditatie
22.00: einde
Een retraite thuis doen is best bijzonder. Ten eerste omdat je tijdens de loopmeditatie allerlei dingen aan je eigen huis opvallen die je nog nooit hebt gezien. Daarnaast is het grappig om te ervaren dat jij binnen in je huis drie dagen lang in een staat van meditatie bent, terwijl de buurt om je heen gewoon doorgaat in het normale tempo (wat ondanks corona nog best hoog is). Dit is me nooit opgevallen tijdens een normale Vipassana retraite omdat ik die altijd ergens in een huis in het bos deed, of in een klooster. Het is tot slot ook mooi om te ervaren hoe het is om te mediteren zonder begeleiding en zonder andere deelnemers om je heen. Het kost daardoor wel wat meer moeite om de discipline van tien uur mediteren per dag op te brengen. Maar het is uiteindelijk gelukt.
Van tevoren had ik een thema bedacht: “hulp van anderen accepteren”. Maar tijdens de retraite bleek al snel dat er zich een ander thema aandiende: “druk.” Kort maar krachtig. En dan niet in de zin van druk in je hoofd zijn, maar als in druk op de ketel. Prestatiedruk. Tijdens het mediteren realiseerde ik me dat ik mezelf al een leven lang onder druk zet. Ik heb een overtuiging: ‘ik moet de beste zijn’. Dat is al begonnen in mijn vroege jeugd. Als ik terugdenk aan wat ik vroeger wilde worden, was dat in chronologische volgorde: profatleet, profvoetballer, profsurfer, profsnowboarder, profwielrenner. Als ik maar ergens de beste in was.
Waar komt die drang de beste te willen zijn vandaan? Zoals elk terugkerend patroon zal er vast wel iets uit de gezinssituatie van herkomst voortkomen. Ik was de oudste, misschien dacht ik dat ik daardoor ook de beste moest zijn? Er was ook altijd veel competitie tussen mij en mijn broertje. Maar dat is denk ik normaal bij jongetjes. Ik denk dat het vooral ontwikkeld is op de basisschool, omdat ik een slim jongetje was, die vaak de beste van de klas was zonder er al te veel voor te hoeven doen. De beste zijn zonder je best te doen. Aan deze wens kun je in het dagelijks leven natuurlijk nooit voldoen. En je kunt er best wel last van hebben.
Want op de middelbare school kwam ik erachter dat ik echt niet overal de beste in was. En dat je om ergens in uit te blinken, je best moest doen. En als ik moeite moest doen om iets moois te bereiken begon ik er niet aan. Omdat ik gewend was de beste te zijn zonder inspanning. Ik wist simpelweg niet hoe het moest. Daarnaast leg je jezelf zoveel druk op dat je bevriest. Ik werd er angstig van.
Dit patroon van druk opleggen, bevriezen en angst heeft zich voortgezet in mijn verdere leven. De prestatiedruk zo groot maken dat je tot stilstand komt. Met angst en depressie tot gevolg. Voor angst en depressie heb ik meerdere therapieën gevolgd. Zo ben ik ooit eens bij een kinesioloog geweest, die het volgende tegen me zei: “als je constant in een staat van pressie (druk) leeft, is het onvermijdelijk dat je uiteindelijk in een staat van depressie komt”. Hiermee verklaarde ze mijn stemmingswisselingen. Destijds hechtte ik niet zoveel waarde aan deze wijsheid. Maar tijdens de thuisretraite kwam het constant terug in mijn gedachten. Het is zo logisch eigenlijk. Teveel pressie geeft depressie. Omdat je letterlijk moet ontluchten. De druk moet er ook weer af.
Wat er ook regelmatig in mijn systeem gebeurt is dissociatie. Dissociatie is een toestand van verlaagd bewustzijn waarbij je het gevoel hebt de verbinding met jezelf te verliezen. Dissociatie betekent letterlijk ‘uiteenvallen’. Tijdens de thuisretraite bedacht ik me dat dit kan komen door de druk die ik mezelf opleg. De druk wordt op een gegeven moment zo hoog, waardoor zich een enorme spanning in lichaam en geest ontwikkelt. Het gevolg is dan dat verschillende delen van mijn hersenen gewoon uitschakelen.
Een paar jaar geleden heb ik een biofeedback gehad waarbij je lichaam doorgemeten wordt op spierspanning, ademhaling, hartslag, temperatuur van je hand, en de mate van transpiratie aan je vingertop. En hieruit trekt een deskundige een conclusie over de mate van gespannenheid. Eigenlijk zag het er allemaal wel aardig uit bij mij. Alleen mijn ademhaling was niet goed. Ik had last van chronische hyperventilatie. En één van de oorzaken van chronische hyperventilatie is psychische druk. Tijdens de thuisretraite viel het kwartje dat hyperventilatie natuurlijk ook veroorzaakt wordt door de overtuiging ‘ik moet de beste zijn’.
Bij mijn opleiding osteopathie merk ik ook dat ik mezelf heel veel druk opleg. Het oude patroon van “de beste van de klas moeten zijn” steekt weer de kop op. Ik leer veel en haal goede cijfers. Maar bij het laatste lesweekend voordat corona zijn intrede nam, merkte ik dat mijn emmertje vol zat. Ik had weer goede cijfers gehaald voor de tentamens, maar dat weekend zelf heb ik als zeer onprettig ervaren. Mijn hoofd voelde als de kop van een wattenstaaf. Er kon echt geen informatie meer bij. Als mensen tegen me praatten dissocieerde ik omdat het teveel was. Mijn bestie Sharo zei later tegen me: “Ruud, leg je jezelf niet teveel druk op?”. Ik denk dat ze gelijk heeft.
Wat een waardevolle Vipassana meditatie thuisretraite zeg. Nu nog een nieuwe overtuiging verzinnen als vervanging voor ‘ik moet de beste zijn’. Voor degenen die tot hier gekomen zijn met het lezen van dit ietwat lange verhaal: tips zijn meer dan welkom.