We zullen nooit vrienden worden. Wij, de surfers en zij, de vissers. Het is bijna altijd haat en nijd als er een stukkie zee is waar zowel surfers als vissers hun kunstje willen doen. Je voelt de onderlinge irritatie soms zelfs in het water. Er ontstaat vaak mayhem. Dit is een Engelse term voor tumult, ruzie of een knokpartij. Net als op de onderkant van mijn board staat te lezen. Misschien trek ik het wel aan ook met zo’n board. Wie weet. Maar ik begrijp nu in ieder geval waarom er oorlogen ontstaan vanwege territoriale drift. Ik wil daar op dat stukje aarde iets doen en jij wilt iets anders doen, dus hebben we ruzie. En we gaan mooi niet samenwerken.
Vorige week maandag was ik aan het surfen en toen surfte ik door de lijnen van een visser, die precies zat te lopen te vissen op een plekje waar de golven het beste braken. Hij reageerde vinnig, begon te schelden en zei dat ik weg moest gaan. Hij had wel een punt want hij was er eerder. Ik had geen zin in Goede Tijden, Slechte Tijden dus ik stak mijn hand op ter excuus en ging niet in op de avances van de visser voor een ruzietje. Even later lag er weer een surfer vlak voor hem en toen wierp de withete visser zijn zeevisserslood echt vlak naast het hoofd van de surfer. Zo’n lood met haken weegt soms wel een kilo. Als je dat op je kop krijgt leg je zo het loodje. Dus die surfer stormde razend het water uit en je raadt het al: mayhem. Een net-niet slaande ruzie ontstond. Ik heb de details niet gehoord maar de conclusie was dat ze beiden niet voor elkaar aan de kant gingen.
De surfer en de visser kunnen dus niet samenwerken, dat is nu wel duidelijk. Hoe komt dat toch? Ik denk doordat zowel de surfer als de visser in zijn of haar rol niet altijd de leukste mens is om mee om te gaan. Als de golven heel goed zijn, kan de surfer in het water vrij egoïstisch zijn. Hoe drukker het is, hoe meer haantjesgedrag. De surfer wil alle golven zelf pakken, en de buurmansurfer krijgt het liefst niks. Tussen surfers is er al deze competitiedrang, laat staan tussen een surfer en een niet-surfer. Bijvoorbeeld een visser. Dan wordt het landverovertje spelen alleen nog maar erger. En de visser in zijn rol is zoals gezegd ook geen makkelijke. Hij wil gewoon zijn auto parkeren, spulletjes mee naar het strand en in één rechte streep naar de zee lopen. Het maakt hem niet uit of daar nou surfers liggen of niet, en of daar de golven goed zijn of niet. De visser wil gewoon vissen. Nee, de visser die ik doorgaans tegenkom op het strand is niet van de meegaande, coöperatieve soort. Uiteraard wil ik niet alle vissers over één kam scheren, maar ik vind het vaak oude, taaie mannen die niet echt open staan voor verandering en aanpassing. Met een conservatieve basishouding waarbij alles dat anders is afgewezen wordt: “knoflook? Dat vreet ik niet. Dat stinkt. Doe mij maar gewoon aardappels.” Terwijl het o zo lekker is, die knoflook. Je gaat er inderdaad alleen een beetje van meuren. Maar goed, terug naar het onderwerp. Ik wil nog weleens afdwalen. De combinatie surfer – visser is dus een explosieve doordat haantjesgedrag vermengd wordt met inflexibiliteit. Dat werkt niet.
Vandaag was ik weer aan het surfen. We lagen met een mannetje of zeven in het water. Het was best gezellig en de golven waren supergoed. En na een uurtje, je raadt het al, kwam er een vissert het strand op gelopen. Hij installeerde zijn viswinkel precies voor onze surfplek. Meteen voelde je de irritatie in het water oplaaien. Waarom gaat deze malle vissert niet gewoon tweehonderd meter verderop vissen? Ik besloot om deze visser met een hele grote mantel der liefde te gaan omhullen. Of in ieder geval even het gesprek aan te gaan over zijn vislocatiekeuze. Dat die niet zo handig was. Dus ik surfte een golf naar de kant en ging met de visser praten. Het was dit keer geen ouwe vent, maar een jonge Marokkaanse man. Ik legde hem uit dat hij precies op ons surfstekkie wilde gaan vissen en dat dat niet zo slim was, omdat we dan door zijn lijnen zouden surfen. Hij sprak gebrekkig Nederlands maar hij begreep wel wat ik zei. Ik vroeg of hij honderd meter verderop wilde gaan staan. Hij zei dat hij geen zin had om te lopen, maar dat hij wel zou wachten tot wij het water uit waren. Met dat antwoord kon ik ook wel leven.
Ik peddelde weer terug naar de line-up. En na een half uurtje zag ik tot mijn verbazing dat de visser toch honderd meter verderop ging staan. Wat een kanjer, hij was flexibel! De andere surfers waren superblij met me. Ik kreeg high fives en beloftes voor een bakkie koffie op de kant. Zo zie je maar. Waar een duidelijke, heldere communicatie aangaande het probleem toe kan leiden. Tot samenwerking!
Na de surfsessie ben ik naar de visser toegelopen om hem te bedanken voor zijn loopinspanning. Ik heb nog even met hem gepraat. Hij viste op zeebaars en bot. Het was een Fransman uit Parijs die hier was om vakantie te vieren en om familie in Rotterdam te bezoeken. Hij heeft nooit in Nederland gewoond, maar om met zijn familie te kunnen praten heeft hij een beetje Nederlands geleerd. Gewoon omdat ‘ie het leuk vindt, want ze kunnen natuurlijk ook gewoon Marokkaans met elkaar praten. Wat een aardige man was dit! De gemiddelde visser is na dit leuke gesprek bij mij gestegen in aanzien!