Stofzuigers

De Donkere Dame

Stofzuigers. Je kunt er hele verhalen over vertellen. Dus dat doe ik dan ook.

 

Er zijn zoveel verschillende stofzuigers. Ik heb er in het afgelopen half jaar vele mogen bestijgen. Ze verschillen vaak in snoerlengte, zuigkracht, slurflengte en zuigmond. Maar uiteindelijk moeten ze gewoon doen wat ze moeten doen: keihard zuigen. De bekende merken zoals Miele, AEG, Bosch of Philips doen het doorgaans goed. Enkele uitzonderingen daargelaten. Er zijn ook mensen die voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten en een goedkoop apparaat van een onbekend merk nemen. Dat is bijna altijd huilen met de pet op. Soms hebben ze geluk en gaat het “goedkoop is duurkoop” gezegde niet op.

 

Je hebt ook van die draadloze of zakloze stofzuigers, meestal van Dyson. Als ze niet van Dyson zijn is het in 100% van de gevallen huilen geblazen. En als ze van Dyson zijn, heb je alleen een goede zuigkracht bij de duurdere modellen.

 

Het hele proces van stofzuigen is interessant. De stofzuiger staat meestal in de meterkast of in een rommelhok. Als ik de stofzuiger ga pakken, staat hij meestal in drie delen op mij te wachten. De machine zelf staat los tegen de muur. De slang hangt over zo’n speciaal metalen houdertje en de stang staat ook weer apart. Als ik de stofzuiger in elkaar heb gezet, ga ik op zoek naar stopcontacten. Dat is soms even zoeken omdat in de oude huizen van de oudjes meestal niet veel stopcontacten gemaakt zijn.

 

Als de stekker in het stopcontact zit, zet ik de stofzuiger voor de eerste keer aan. Meestal vliegt de warme lucht van de motor direct je neus in. Vaak ruikt het muf, of stinkt het als een malle. Soms ruikt het naar stront, soms naar hond. Als je geluk hebt, hebben de mensen er een geurverfrisser in gedaan. Van die stofzuigerzakballen. Of gewoon waspoeder.

 

Voordat ik met de daad begin, check ik eerst altijd even de zuigkracht door mijn hand op de stofzuigermond te leggen. Dat is eigenlijk best wel goor, want je weet niet waar dat mondje allemaal is geweest. Maar goed, je moet wel van tevoren weten of je hem harder moet zetten of niet. Sommige stofzuigers kun je niet harder zetten. Die zuigen zoals ze zuigen en daar moet je het mee doen. Meestal zijn dat de “voor-het-dubbeltje-op-de-eerste-rij-stofzuigers”.

 

Het daadwerkelijke zuigen is net een dans. Ik voel mij vaak als Freddy Mercury die “I Want To Break Free” zingt. Soms zing ik het ook gewoon. Fuck it. Ik vlieg dan door de kamer. Sommige stofzuigers sturen makkelijk, en met andere knal je overal tegenaan. Kastjes, stoelen, tafels, overal klapt ‘ie dan bovenop. En je moet trouwens ook de slang goed in de gaten houden. Want die leidt soms ineens een eigen leven en dan gooit ‘ie alles van de salontafels. Ik heb weleens een hele collectie dure Chinese vazen van een bijzettafeltje getrokken.

 

De ondergrond in combinatie met de zuigmond bepaalt vaak of de zuigsessie prettig verloopt. Laminaat en parket zorgen voor een moeiteloze stofzuigtango. Kleden en vloerbedekking zorgen voor een stroeve sessie waardoor je ’s avonds niet meer naar de sportschool hoeft. Je kunt meestal de zuigmond nog wel aanpassen maar gemiddeld genomen heeft dat weinig effect. Het blijft harken.

 

En wat echt de hel is, is zeil. Je zuigmond trekt constant vacuüm en als het zeil niet goed gelijmd is, trek je het steeds van de ondervloer af.

 

Je zuigt ook van alles op met zo’n zuigapparaat. Vaak heb je niet eens door wat je opzuigt. Kattenspeeltjes gaan er altijd goed in. Gordijnen ook, die moet je er zo snel mogelijk weer uittrekken. En soms rinkelt hetgeen je opzuigt lekker tegen de stang. Meestal is het iets van metaal of staal. Dan weet je meteen dat dat waarschijnlijk iets was dat je niet op mocht zuigen. Het zou zomaar eens een dure trouwring kunnen zijn.

 

Zo zie je maar, stofzuigen heeft heel wat voeten in aarde. Het is altijd weer spannend en je weet nooit wat er gaat gebeuren, maar één ding weet je zeker: het is altijd een takkeherrie…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.