Schaatsen 2

De Donkere Dame

Het is maandag. Ik zit in de auto naar mijn werk in Wilnis. Ik mag weer stokjes in kelen en neuzen gaan steken. Ik heb de halve nacht niet geslapen omdat er allerlei doemscenario’s voorbij kwamen. Ruud in de vangrail. Ruud in de sloot. Ruud die frontaal botst met een vrachtwagen. Panisch ben ik voor ijzel. En het KNMI had code Rood afgegeven voor de maandagochtend. Op mijn woon-werktraject was er geenszins sprake van code Rood. Eerder code Groen. Code Niks Aan Het Handje. Gedurende de rit zakten mijn schouders, die inmiddels mijn oorlellen aanraakten van de stress, steeds verder naar beneden omdat ik kon ontspannen. En in de ontspanning begon het wegdromen. Wegdromen naar een fantastisch schaatsweekend.

 

Zaterdag ben ik met Aukje naar de Rotte gefietst. Aukje gooide er nog een heuse sliding met fiets uit. We stonden om tien uur op de ijzers. Voorzichtig heen en weer schaatsend, van molen tot molen. Terwijl de muziek van de koek-en-zopie-tent steeds aanzwelde en weer wegdreef. Foute hits. We genoten van het prachtige Nederlandse landschap. Molens, roeiverenigingen en riet. Met daarboven een strakblauwe lucht en een fonkelfel zonnetje. Het donkere ijs golfde, kraakte en scheurde licht. Langs de kanten kwam water omhoog en dit verspreidde zich mondjesmaat over het ijs.

 

In de eerste pauze kreeg ik een witte koek met thee. Al snel wilden we weer bewegen. Als je zo moeiteloos over het ijs glijdt, ontstaat er ruimte voor mooie gesprekken die de diepte van het leven aanraken. Over de liefde, werk, gezondheid en woordgrapjes. Na een tweede pauze met thee en witte koek besloten we de schaatsen uit te doen en een smalle landtong over te steken zodat we op de Bergse Voorplas uitkwamen. Daar kon je een hele grote ronde schaatsen. Het was net een immense draaimolen van schaatsers. Na tweeënhalf uur squatten, want dat doe je immers in de schaatshouding, hielden we het voor gezien.

 

Op de dag van God kwam mijn vader voor een glijpartij naar Rotterdam. We herhaalden de zaterdag. Op de fiets naar de Rotte, om tien uur op het ijs, schaatsen van molen tot molen en theepauze met een koek. En klunen naar de Bergse Voorplas. Dit ijs was duidelijk beter dan het ijs van de Rotte, waar dikke scheuren inzaten. Vader en zoon waren weer volop aan het genieten. We praatten soms wat, maar waren vaker stil en lieten ons de adem benemen door de prachtige uitzichten. We bewogen rustig over het ijs. Toen we bij thuiskomst, na een bakkie koffie, mijn auto weer aan de praat kregen met behulp van startkabels en een welwillende buurman was mijn dag helemaal om te huilen zo mooi. IJs en schaatsen, het ideale medicijn tegen de winterblues.  

 

Ik steek met weemoed het eerste stokje een warme holte in. Terwijl tussen de kerk en de teststraat de regen naar beneden klettert uit de grijze, sombere lucht.   

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.