Er zijn veel meningen over. Moet je nou wel of geen water drinken bij het eten? Op het wereldwijde web kun je er veel verhaaltjes over lezen. Soms wordt beweerd dat het drinken van water tijdens of net voor de maaltijd goed is, omdat je dan het hongergevoel een beetje dempt en daardoor minder eet. Anderen beweren juist weer dat water tijdens de maaltijd niet goed is, omdat water het maagzuur minder zuur maakt. Omdat water de maag alkalischer (basischer) maakt. Dus minder zuur. Maar ja, wat is nou de waarheid?
Nou heb ik op school voor de osteopathie opleiding het vak biochemie. Biochemie is de wetenschap die de samenstelling van en samenwerking tussen verschillende moleculen onderzoekt die bijdragen tot de structuur en stofwisseling van organismen. Kortweg: Wat er gebeurt er met hetgeen je in je mond propt. Tijdens de laatste biochemieles heb ik geleerd hoe eiwitten, koolhydraten en vetten gemaakt en verteerd worden. Nu volgt een wat technischer verhaal, maar als je scheikunde hebt gehad op school snap je het wellicht.
Een eiwit is opgebouwd uit een keten van aminozuren. Een aminozuur bestaat uit een zuurgroep en een aminogroep. Deze twee groepen zijn gekoppeld aan een koolstofatoom. Als er een eiwit wordt gevormd, gaan de zuurgroep en aminozuurgroep van twee afzonderlijke aminozuren met elkaar reageren. Er ontstaat een peptidebinding tussen de twee aminozuren. Hierbij komt één watermolecuul (H2O) vrij. Dus bij het maken van eiwitten komt water vrij.
Een koolhydraat is opgebouwd uit een keten van monosachariden. Bij elke binding tussen twee monosachariden komt één watermolecuul vrij. Dus bij het maken van koolhydraten ontstaat ook water.
En voor vetten geldt dat zij opgebouwd zijn glycerol en vetzuren. Bijvoorbeeld bij triglyceriden zitten aan één molecuul glycerol drie vetzuren gekoppeld door middel van een esterbinding. Bij de vorming van één triglyceride komen drie watermoleculen vrij. En bij de vorming van bijvoorbeeld een fosfolipide worden twee vetzuurgroepen en één fosfaatgroep gekoppeld aan het glycerol. Hierbij ontstaan ook drie watermoleculen.
En als bij de vorming van eiwitten, koolhydraten en vetten water vrijkomt, is datzelfde water dus ook weer nodig om de eiwitten, koolhydraten en vetten af te breken! Dus: een glas water bij de maaltijd is gezond, want het vergemakkelijkt de afbraak van voedingsstoffen. En dat scheelt energie, waardoor je dit voor andere dingen kunt inzetten. Lekker water drinken dus bij de maaltijd.