Leuk of niet leuk?

De Donkere Dame

We zijn altijd bezig met het vermijden van pijn en het zoeken naar plezier. Want pijn is niet leuk, en plezier is leuk. Leuk en niet leuk, ik vind het fascinerend. Want wanneer is iets leuk, en wanneer wordt iets ineens niet leuk?

 

Ik vind zelf het voorbeeld van de zon altijd mooi. Het is winter geweest. De lente vangt aan. Ik ben altijd dolgelukkig als ik op mijn balkon in de zon kan zitten. De eerste stralen op je huid. Met een bakkie thee, genieten. Maar op een gegeven moment begin je een beetje te zweten. Eerst onder je oksels. Dan op je bovenlip. Dan tussen je dijen. En dan komt er altijd een moment dat die ontzettend leuke zon ineens niet meer leuk is. Veel te warm. Terwijl het precies dezelfde zon is. Grappig hè?

 

Met voedsel is het ook altijd zo fascinerend. Je hebt je favoriete gerecht gemaakt. De eerste happen maken je intens blij. Soms krijg je zelfs kramp in je kaken van lekkerheid. Als je je halve bord leeg hebt, is het gerecht inmiddels redelijk gewoontjes. En na driekwart bord, als je een beetje vol begint te raken, begint elke hap zich te bewegen naar niet lekker. Terwijl het precies hetzelfde eten is. Interessant.

 

In relaties zie je hetzelfde gebeuren. Je hebt de partner van je leven ontmoet. Je bent dolgelukkig. Tot de partner ineens vreemdgaat. Dan is het ineens een verschrikkelijk figuur. Terwijl het precies hetzelfde mens is, afgezien van wat veranderde lichaamscellen. Bijzonder.

 

Andersom kan ook. Je zit op school. De leraar Duits, Frans, zegt constant dat je er geen snars van snapt. Jij zegt dat je überhaupt geen Duits spreekt (bedankt Herman). Je vindt Frans van Duits niet leuk. En je vindt Duits niet leuk. Totdat Frans je een aantal lessen lang complimentjes begint te geven. Dat je zo vooruit bent gegaan de afgelopen weken. En dat je Duits op een respectabel niveau is gekomen. En dat je je examens gaat halen. Frans wordt ineens best leuk! En Duits ook.    

 

En het mechanisme in het volgende voorval fascineert me. Je zit op de fiets. Je bent bijna thuis. Vlakbij je huis word je ineens bruusk afgesneden door een auto. Je hart zit in je keel. Je ziet dat de auto in jouw straat parkeert en je besluit de bestuurder aan te spreken. De beste man stapt uit en het blijkt je favoriete buurman te zijn, net een nieuwe auto gekocht. Oh, dan geeft het niet. En je woede verdwijnt als sneeuw voor de zon. Verbazingwekkend.

 

Kunnen we de verschuiving van leuk naar niet leuk bewuster meemaken? En dan stoppen als we ergens neutraal instaan? Dus uit de zon gaan als het nog net niet oncomfortabel is. Stoppen met eten als we niet meer juichend voedsel in onze mond proppen. Ergens in het grijze gebied tussen leuk en niet leuk. Het heeft denk ik alles te maken met het voelen van grenzen. En er vervolgens naar handelen. 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.