Degenen die mij goed kennen, weten dat ik een niet onverdienstelijk pannenkoekenbakker ben. In de afgelopen jaren heb ik het pannenkoekenbakken tot een ware kunst verheven. Ik had er dan ook zeeën van tijd voor. Ik heb aan de ingrediënten geschaafd tot een perfect beslag. Ook heb ik me verdiept in de baktechniek en deze geoptimaliseerd. Zoals je op de foto ziet, kan er aan de vorm nog wel een beetje geklust worden. Maar hé, niets is helemaal perfect hè. Je moet ook nog een beetje ruimte overhouden om te groeien.
Vandaag wil ik het vooral even hebben over de baktechniek. Aanvankelijk bakte ik mijn koeken op een redelijk hoog vuur. Ik had met twee pannen op het vuur dan ook snelle resultaten. De smaak van de pannenkoeken was goed. Maar de binnenkanten waren altijd net een beetje te nat, en de buitenkanten net iets te donker. Tot ik besloot het vuur op halve kracht te zetten. Het bakken duurt bijna twee keer zo lang. Maar mijn pannenkoeken hebben nu lichtbruine randjes in plaats van zwarte. En ze zijn droger omdat ze simpelweg langer op het vuur staan en het melkvocht meer tijd heeft om te verdampen. Het resultaat is dus nog lekkerdere pannenkoeken. En het hele proces van bakken gaat op een fijnere manier. Als ik olie en boter in de pan doe, hoef ik niet als een razende het beslag in de pan te gieten omdat de pan zo snel oververhit raakt. Het levert dus een meer ontspannen bakproces op.
Ik leg graag de link met het dagelijks leven. Soms levert het doen van dingen op halve kracht een meer ontspannen proces op. En een snel resultaat is lang niet altijd het beste resultaat. Soms moet je iets laten sudderen. Onze huidige manier van doen is zo gefixeerd op snelheid en zogenaamde “quickfixes”. Alles is per direct beschikbaar. Als we ziek zijn, gaan we naar de dokter voor een medicijn, dat vaak een lapmiddel is, maar het onderliggende probleem wordt niet oplost. En als een depressie of een burn-out te lang duurt, gaat de werkgever vaak druk uitoefenen omdat het toch wel veel geld gaat kosten. Als dieren ziek zijn, gaan ze slapen en rusten. Wij nemen een pilletje of een andere vorm van een quickfix, want we moeten door. Door met het opdoen van zoveel mogelijk ervaringen. Want hé, we leven maar één keer.
Doe de dingen eens op halve kracht. Herstel eens duurzaam van ziekte en probeer het beter worden niet door je eigen strot te drukken. In het vertragen zit het werkelijke herstel. Het verbetert je levenskwaliteit aanzienlijk. En doe je het niet voor jezelf, doe het dan voor de aarde. De aarde heeft meer dan ooit vertragers nodig.