Woensdagmiddag. Ik zit met een vriendin op het terras van Het Nieuw Rotterdams Café in de Witte de Withstraat. Ik heb haar net geholpen. Ik rij haar rond in haar auto naar afspraken in de stad, als een soort persoonlijke chauffeur. Ze is geopereerd aan haar voet en kan niet autorijden. Ze moet zichzelf met krukken of in een rolstoel verplaatsen. Ik heb niet veel te doen dus ik help haar.
We hebben het op een gegeven moment over jezelf nuttig maken. Zij zegt dat ze op dit moment heel goed niet-nuttig kan zijn omdat ze moet herstellen van haar operatie. En dat hoe niet-nuttiger ze is, hoe beter. Zodat ze alle energie aan zichzelf kan geven, en sneller herstelt van de operatie. Ik vertel dat als ik geblesseerd ben of een ziekte heb, ik dat ook prima kan. Niks doen, rusten en slapen. Maar als ik mentaal en fysiek gezond ben, kan ik het niet-nuttig zijn ineens niet meer zo goed. Dan moet ik mezelf nuttig maken. Wat betekenen voor anderen. Voor de maatschappij. Een prestatie neerzetten. Als ik een dagje luier, heb ik ’s avonds een schuldgevoel. Het niet-nuttig-zijn-schuldgevoel.
Het niet-nuttig-zijn-schuldgevoel heb ik dit jaar al regelmatig mogen ervaren. Ik heb namelijk eind vorig jaar mijn baan opgezegd en ik leef nu van een uitkering, en het geven van yogalessen en massages. Ik werk maar een paar uur per week. Ik heb dus heel veel tijd over. En in die vrije tijd voel ik me vaak schuldig over het niet leveren van een bijdrage aan de maatschappij. Ik ben dan even niemand. Ondertussen ben ik wel op zoek naar werk, en solliciteer ik, maar nog zonder succes. Dus zoek ik afleiding in andere dingen.
Ik doe bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Dan help ik mensen met het opknappen van hun tuintje. Of ik ga gewoon koffie drinken met mensen die eenzaam zijn. Dan maak ik me nuttig en is het niet-nuttig-zijn-schuldgevoel even weg.
En in juni was ik drie weken in Portugal. Daar hielp ik de eigenaren van een surf- en yogaschool. Ik was assistent van de baas. Ik was weer wat. Ik maakte mezelf nuttig.
En in augustus was ik drie weken in Frankrijk bij Ripstar surfcamp. Daar was ik yogaleraar en barmedewerker. Ik was weer iets. Ik was geen niemand meer. Ik had weer even drie weken nut. Dus voelde ik me goed.
Nu ben ik alweer een weekje thuis. En ik ben weer in de leegte en het niemandsland van het niet-nuttig zijn gezonken. Gelukkig begint begin september de opleiding osteopathie. Dan mag ik mezelf weer nuttig maken door te gaan studeren voor osteopaat. Zodat ik over zeven jaar supernuttig kan zijn en mensen beter kan maken. De gedachte aan de start van de osteopathie opleiding geeft me een prettig gevoel en dit verdringt het niet-nuttig-zijn-schuldgevoel.
Ik kijk weleens naar dieren. Ik heb niet het idee dat dieren zich ooit naar voelen als ze zich een dag niet nuttig maken. Een hond ligt gewoon te liggen. Een Koala slaapt twintig uur per dag. Zonder schuldgevoel.
Waarom willen wij ons altijd zo nuttig maken? Waarom zijn we pas iemand als we een prestatie neerzetten? Waarom kunnen we niet gewoon een dagje luieren zonder nuttig te zijn? Waarom kunnen we dit alleen als we moeten herstellen van blessures en ziekten? Ik denk zelf dat het komt door de prestatiegerichte maatschappij. Je wordt beloond als je een goed rapport hebt. Je wordt beloond als je goed je best hebt gedaan op je werk. Je wordt beloond als je een mooie sportprestatie hebt geleverd. Maar als je niks hebt gepresteerd, word je ook niet beloond.
Gelukkig heb ik geleerd dat we er allemaal mogen zijn, ook als we niks presteren. We zijn allemaal lichtjes die de wereld een klein stukje mooier maken. Als we onze lichtjes laten schijnen, geven we anderen toestemming om dat ook te doen. Aan deze gedachte houd ik me vast als het niet-nuttig-zijn-schuldgevoel me overvalt…..
Dag Ruud, Wat een herkenbaar blog heb je geschreven. Zelfs dieren moeten nuttig zijn. Een spin vangt vliegen weg uit de woonkamer, echt super nuttig. En zoals je zegt is dat natuurlijk een mentaal construct dat mensen hebben bedacht en veelal onbewust voorleven of in hun oordelen laten doorklinken.
Misschien is er ook een evolutionaire oorzaak. Ik heb begrepen dat de menselijke soort zo succesvol is geworden op onze planeet omdat we zo goed kunnen samenwerken, waardoor we veel voor elkaar gekregen hebben. Wellicht is ons brein dus ook een beetje zo geprogrammeerd, dat als we niet met anderen samen aan iets werken, dat we ons dan minder goed voelen. Terwijl alle moderne techniek ervoor heeft gezorgd dat we helemaal niet zo heel hard meer hoeven te werken met zijn allen om in ons levensonderhoud te voorzien. Zo maar een gedachte…
Hoe gaat het met je studie?