Held op sokken
‘Zal ik je schoenen gelijk even schoon dweilen?’ zei ik tegen de onderaannemer terwijl ik de vloer nat maakte met verdund schoonmaakmiddel. Hij en de uitvoerder waren verwikkeld in een serieus gesprek over de al weken te laat geleverde staalconstructie, vertraging door de oorlog in Oekraïne.
‘Is goed, geef ze maar een beurt!’ lachte de man terwijl hij z’n werkschoen zowat in m’n nek legde.
Ik stond perplex. ‘Sodeju zeg, jij bent lenig! Doe je vechtsporten ofzo?’
‘Vroeger gedaan ja, Chinees Karate en Kungfu.’
‘Nou, daar steken wij met onze stijve voetbalbenen schril tegen af, toch Remy?’ zei ik tegen de uitvoerder. Hij lachte.
‘Later ben ik ook gaan voetballen, toen m’n zoontjes op voetbal gingen.’ De Karateka was niet meer te stoppen, ik had met de vraag of hij vechtsporten deed een kwartje in een pratende fruitautomaat gegooid en de jackpot aan woorden gewonnen.
‘Na een aantal jaar werd ik verzorger van het B-team van m’n oudste zoon. We waren op voetbalkamp met het hele elftal, allemaal energieke, agressieve mannetjes van zestien. Ze waren niet te houden, dus ik besloot een vriend met een boksschool in Maastricht te bellen. We mochten langskomen voor een bokstraining. Helemaal los gingen ze op die bokszakken, en op elkaar. Als afsluiting van de training mochten de jonge honden sparren met m’n maat. Maar niemand durfde, want hij is twee meter lang en twee meter breed. De coach trok de stoute schoenen aan en sparde met de boksbeul. Op een gegeven moment gaf de coach een rechtse directe, en voor ‘ie met z’n ogen kon knipperen had ‘ie een uppercut terug te pakken. Ik keek hem aan en zei: “Nee joh, je hele neus staat scheef! Je hebt je neus gebroken!”. Ik pakte hem bij z’n kop en zette z’n neus weer recht.’ De ogen van de Karateka glommen van trots en plezier.
Dit was toch veel leuker dan een saai gesprek over een te laat geleverde staalconstructie. Wat één simpele vraag al niet teweeg kan brengen.
‘Goedemiddag!’ de deur zwaaide open, het was de kraanmachinist. Hij wilde over de drempel stappen, maar zag mijn vers gedweilde vloertje.
‘Ho ho, ik doe even m’n schoenen uit. Zonde van je werk!’ riep hij uit.
‘Weet je het zeker?’
‘Ik ga jouw vloer niet vies maken jongen. Ik sta erop.’
‘Maar wel met natte sokken dan,’ grapte ik.
Ik was verbaasd. Voor het eerst in een jaar tijd was er een bouwvakker die z’n schoenen uit deed. Held op sokken.