Woensdag. Qua werkweek het hoogtepunt, want dan mag ik weer schoonmaken bij de ouderen en anderen die het zelf niet kunnen. Mijn werkweek is een soort Gauss-curve, ook wel normale verdeling genoemd, met het hoogtepunt exact in het midden.
De dag begon bij mijn grootste schoonmaakvriendin. Vanaf het uur nul in mijn schoonmaak carrière ken ik haar. Ik denk zelfs dat ze mijn eerste klant was. We voerden vandaag weer diepe gesprekken over het leven. Altijd gaat het ergens over. Ze vindt dat ik me ziek moet melden, omdat ik een peesontsteking in mijn rechterduim heb, waardoor ik niet fatsoenlijk m’n sokken aan kan trekken, mijn veters strikken en m’n kont afvegen. Ik ga er nog een nachtje over slapen.
Bij mijn grote vriend met de scootmobiel was het zowaar opgeruimd. Hij had echt z’n best gedaan voor me, zodat ik overal goed bij kon. En hij had een plumeau gekocht bij de Action. Ik heb liever stofdoeken, maar een plumeau is beter dan niks. Nadat ik de kat geaaid had, ging ik aan de slag. Lief beest is het. Onder het bed vond ik een stuk of vijf kattendrollen. En opgedroogde kattenzeik. Ik zeikte niet en ruimde het op. Ik moest het bed verschonen. Er zaten bloedvlekken op het kussensloop en op het kussen zelf. Mijn grote vriend zei dat het speeksel was. Toen ik de badkamer schoonmaakte, zag ik dat er bloedspetters op de muur zaten. Zou mijn grote vriend stiekem een serial killer zijn? Of een vampier en dat de bloedvlekken op het kussen echt speeksel waren met een beetje bloed?
Helaas was ik in de middag alweer bij mijn laatste mevrouw. Ze was 91. Een echte Rotterdamse. Mondhoekjes naar beneden, en een beetje klagen. Want echte Rotterdammers kunnen goed zeiken. Maar wel vaak op een hele grappige manier. Ze zei dat ze een beetje doof en slechtziend was. Met haar stembanden was nog niks mis, want ze tetterde de oren van m’n kop. Een radiozendmast was het. Ze heeft me één vraag gesteld in drie uur tijd. Of haar zelfgemaakte boterkoek lekker was. Toen ik in de keuken aan het poetsen was, kreeg ik de lampen boven het aanrecht, die vanzelf aangingen, niet meer uit. “Ja, dat zijn wapperlampen. Je mot effe met je klauwen wapperen dan gaan ze weer uit. Handig als je vieze vette kluiven hebt van het koken”, zei mevrouw. We hadden het even later over gezondheid en voeding. Ze zei: “Ik heb in heel mijn leven bijna nooit groente en fruit gegeten. Wat een onzin. Ik vreet gewoon wat ik wil. Meestal buitenlands eten met rijst en veel vlees. En dan dat tanden poetsen. Nog zoiets onzinnigs. Ik poets alleen m’n tanden als ik zin heb. En ik ga twee keer per jaar naar de tandarts. Ik ben 91 en ik heb m’n eigen tanden nog, en ik heb nog nooit een gaatje gehad. Het gaat om de zuurgraad in je smoel. Je mot zeg maar een PH neutrale bek hebben.” Zo zie je maar mensen. Sla alle gezondheidsadviezen in de wind en doe waar je zin in hebt. Dan ben je zo scherp als een mes en word je minimaal 90, met je eigen tanden zonder gaatjes.
Ter verwerking van de werkdag heb ik nog even bij de Appie op de Peppelweg rondgehangen met m’n rollatorhomies. Hebben we sjekkies gerookt en de duiven gevoerd. Het was een mooie dag.