We hebben het er maar druk mee. Met de werkdruk. Vandaag moest ik schoonmaken bij vier portieken voor Verenigingen Van Eigenaren. Ik viel in voor een collega, en ik kwam er gaande de dag achter dat ik voor elke portiek te weinig tijd had in relatie tot de werkzaamheden die ervoor gedaan moesten worden. Daardoor liep ik de hele dag achter de feiten aan. Toen ik de dag begon had ik nog wel motivatie om het werk op tijd klaar te hebben. Maar zodra ik in de gaten kreeg dat ik het echt niet kon redden binnen de gestelde tijd, raakte ik geïrriteerd. Ik liep als een gefrustreerde tuinkabouter rond, vloekend en gooiend met mijn spullen. Uiteindelijk leidde het ertoe dat ik gedemotiveerd raakte en alles maar half deed. En de dag eindigde met een “zoek het maar uit met je teringzooitje”-houding. Tijd voor een gesprekje met de werkgever, lijkt me zo.
Ik heb me vandaag echt afgevraagd waarom dit zo gebeurt. En eigenlijk is het elke week wel prijs, achter de feiten aanlopen omdat ik het werk niet rondgebreid krijg. Waarom krijg je zo weinig tijd voor zoveel werk? En waarom wordt er geen rekening gehouden met reistijd van klus naar klus? Het resulteert er vaak in dat ik maar eet tijdens het rijden. Pauzerijden.
Ik herinner mij nog de tijd dat ik bij aannemers werkte in de civiele bouw. Daar was de werkdruk ook altijd knetterhoog. Projecten werden aangenomen tegen lage prijzen, en dit moest door het uitvoerend personeel weer rechtgetrokken worden door harder te werken. En in plannen van aanpak die ik schreef beloofden we dingen die we vaak niet waar konden maken, waardoor de druk op uitvoerende teams alleen nog maar groter werd. Ik heb het idee dat het in de schoonmaakbranche hetzelfde werkt. Projecten gaan bij aanbestedingen tegen Actionprijzen over de toonbank. En het personeel loopt de benen uit het lijf ter compensatie.
Maar waarom doen we dit? Waarom is die druk zo hoog? Want dit gebeurt natuurlijk niet alleen in de bouw en in het schoonmaakwezen. Bijna iedereen heeft te maken met een te hoge werkdruk. Zeker ook in sociale beroepen als het onderwijs en de zorg. Één op de zes werknemers ervaart burnout-klachten. Studenten vallen uit met stressklachten. En ik snap er werkelijk niks van. Wanneer gaan we nou weer eens normaal doen met z’n allen? Ik snap ook niet zo goed waar het allemaal vandaan komt. Er zullen vast geleerden zijn die het weten.
Onder druk wordt alles vloeibaar, luidt het spreekwoord. Dit betekent dat als je de druk maar lang genoeg opvoert, je uiteindelijk alles voor elkaar krijgt. Maar ik denk dat als we de werkdruk maar blijven opvoeren, ik straks echt vloeibaar word. Een rondwandelende pudding op pootjes.