De Negen

De Donkere Dame

Mijn schoonmaakauto moest vandaag naar de autogarage voor een onderhoudsbeurt. Ik kreeg, zoals gebruikelijk bij elke garage, een bakkie koffie aangeboden. Ze kennen me inmiddels daar, want er is weleens wat mis met mijn auto. Soms raakt hij beschadigd op de bouwplaats. Dan rijdt er een betonwagen, mobiele kraan of heftruck tegenaan. Maar vandaag dus gewoon een onderhoudsbeurt.

 

De monteurs waren aan het overleggen welke leenauto ik mee zou krijgen. Er stelde er eentje voor  “De Neger” mee te geven. Ik dacht ja, wat moet ik daar nou weer mee. Ik wil gewoon een auto om mee naar Rotterdam te rijden. Gelukkig had ik het verkeerd verstaan. “De Negen” bleek een hele oude Mazda MX5 te zijn. Zo’n cabrio. “Moet je naar Rotterdam? Dan moet je ook nog even tanken,” zei de monteur.

 

Lichtelijk geïrriteerd reed ik naar het dichtstbijzijnde BP-tankstation. Geef mij gewoon een volgetankte wagen zodat ik gelijk weg kan, dacht ik. Want ik wilde de finish van de Tour de France kijken. Eenmaal bij het tankstation zocht ik naar de manier om de tankklep te openen. Het knopje voor de klep was nergens te vinden. Via mijn grote vriend Google kwam ik erachter dat het knopje in de middenconsole zit. Dat had ik nog nooit gezien. “De Negen” bleek vol verrassingen te zitten.

 

Goede wegligging, zo’n lage racemonsterige ragbak. Ik scheurde lekker door de bochten. Maar als ik op de snelweg boven de honderd kilometer per uur ging, trilden mijn vullingen uit mijn kiezen. En ik heb niet eens vullingen. Kun je nagaan hoe hard het trilde. In de auto hing een doordringende benzineverbrandingslucht. “De Negen” bleef me verbazen.

 

Ik heb uiteindelijk Rotterdam bereikt zonder dat de auto het begaf. Donderdag mag ik weer terug naar het Westland met deze trilnaald. Ik ben benieuwd of ik het red. Ik denk het wel. Want “De Negen” zal vast negen levens te hebben.    

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.