De tijd in Portugal zit erop. Op een mei vertrek ik bij ‘A Good Place Portugal’, het fijne huis van Harry en Petra, waar ik voor vijf maanden een kamer huurde. Vanmorgen is de een-na-laatste bewoner vertrokken. Ik ben nu in m’n eentje, de laatste der Mohikanen.
Er waren vijf ‘vaste’ bewoners, die voor meerdere maanden in het huis woonden. Stijn, een van m’n skate- en surfbuddy’s, ging halverwege maart als eerste weg. Begin april vertrokken Dennis en Caroline, welbekend om hun ‘truffel-microdosing’-kennis en ademwerk. En vanmorgen vertrok Sibyl dus richting het noorden. Onze Belgische bonbon die fantastisch koken kon. En kan.
Naast deze toppers waren er mensen die wat korter verbleven. We hadden de Amerikaanse Travis, die van alles wist over Human Design. Daarna kwam Inge, waar ik lekker mee kon poolen. Inge werd vervangen door Luuk, een gitaarvirtuoos die me inspireerde om het gitaarspelen weer op te pakken. Daarover later meer. Hendrik en Saar kwamen ook nog even langs, vanaf een maart. Hendrik was jonger dan ik en met pensioen. Een bijzonder levensverhaal. Hij vertrok en Saar, masseuse en content creator, bleef nog wat langer: tot 23 april. Saar is altijd positief. En grappig. Ik heb nog nooit iemand zoveel foto’s en filmpjes zien maken van zonsondergangen. Vriendin Linda kwam ook nog twee dagen langs. Ze had me vorig jaar in Montalivet ook opgezocht.
Gisteren vertrok Benny uit Zwitserland, m’n grootste surfmaat, terug naar Zwitserland,. Hij is, net als Stijn, binnen een paar maanden tot een goede vriend geworden. Van de 75 surfsessies heb ik er minimaal 50 met Benny gesurft. Hij woonde niet in ons huis trouwens, maar kwam hier wel vaak.
Het is heel vreemd om alleen in dit grote huis te zitten. Ik liep een beetje met m’n ziel onder m’n arm vandaag, dus ging ik m’n camper schoonmaken. Omdat het hoog nodig was, maar ook om de enorme leegte die ik voel vanbinnen een klein beetje te ontlopen. Soms is zitten met vervelende gevoelens nodig, soms moet je gewoon afleiding zoeken.
Gelukkig was Will de Engelse tuinman er ‘s middags. De opmerking: ‘you look like Wesley Sneijder!’ nam ik voor lief.