Deze week had ik mijn laatste werkweek in het commerciële schoonmaakwezen. Om dit heuglijke feit te vieren, hadden de bouwvakkers, de lieverds, speciaal voor mij een cadeautje achtergelaten. Ze hadden allemaal een duit in het zakje gedaan. Om geen Facebookvrienden te verliezen, heb ik de foto met klep naar beneden voor dit stukje tekst gebruikt. Mocht één van jullie toch blij worden van de mestscherpe foto met het deksel omhoog, laat het me dan weten in een persoonlijk bericht, dan stuur ik het kiekje met alle liefde door.
En wat heb ik een mooie tijd gehad hè. Volgescheten wc’s, natgezeken pisbakken, ruzie met rokende bouwvakkers in de keet, modderpoten op je versgedweilde vloertje, kots in de pot en hier en daar een artistieke veeg kak aan de muur. De lijst is eindeloos. Maar ik wilde het hier maar bij laten. Het leek me veel leuker om af te sluiten met een positieve noot, want klagen heb ik al genoeg gedaan. Vraag maar aan mijn naasten, horendrol werden ze ervan.
Bouwvakkers zijn in wezen hele grappige wezens. Ik heb wat uitspraken van ze die ik zelf best geestig vond voor jullie op een rijtje gezet. En voor de bouwvakkers zelf. Als een soort ode. Komt ‘ie dan:
‘Ik heb al jaren een piep in m’n oor van die cirkelzaag. Titinus noemen ze dat.’
‘Bedankt voor je positiviteit, schoonmaker. Als je een toiletjuffrouw was, had ik je een fooitje gegeven.’
‘Je weet het, de roepert en de poepert moeten altijd blijven bewegen.’ (bouwvakker die last had van verstopping na een darmoperatie)
‘Ze kennen beter over je lullen dan over je lul fietsen.’
‘Ik heb de hete ballen van Jim in m’n bek.’ (Frans zat Jawbreakers van Jim te eten)
‘Die daar doet mee met een nieuwe televisieserie, The Walking Ed.’ (collega over collega Ed)
‘Ik loop de hele dag al wc-potten in die huizen op te hangen. Geeft niks, alleen je leg als een halve Quasimodo, leg ‘ie op de grond om d’r bij te kenne.’
‘Zo, handjes wassen na het plassen, dan hoeven we vanavond niet meer te douchen.’
‘Hij daar, da’s Gierard Joling. Weet je waarom? Omdat ‘ie elke middag met gierende banden naar huis gaat.’
‘Hebbie lood bij je voor in m’n schoenen, het waait teringhard hier.’
‘Drink jij geen koffie? Ben je ziek?’
‘Heb je je baard er weer afgehaald? Ziet er niet uit man. Met baard staat je veel beter. Als je baard jeukt doe je er gewoon wat olie in.’ (bouwvakker die het niet eens was met m’n kale kin)
Dat was het dan. Op naar een nieuw avontuur. Zonder doekjes graag.